Voorbereidingsfase en actieve fase
Vind je het fijn de tekst ook nog een keer door te lezen?
Dat kan hieronder!
Als je naar de opbouw van een bevalling kijkt, kunt je een bevalling in verschillende fases verdelen. De voorbereidingsfase of latente fase is de eerste fase. Dit is de fase waarin je lichaam vooral het voorbereidende werk voor de bevalling doet. Tijdens deze fase wordt je baarmoedermond korter en zachter en ontstaan de eerste 1-3cm ontsluiting. Deze fase zet niet altijd door naar de echte bevalling, soms zakken de weeën uiteindelijk nog weer helemaal weg en duurt het enkele uren, dagen of zelfs langer tot de bevalling echt doorzet. Als deze fase start en de weeën bouwen op en zetten door, duurt deze fase gemiddeld 4-18 uur. De voorbereidingsfase herken je doordat: de ween korter dan 1 minuut duren; de pauzes tussen de weeën 5 minuten of langer zijn; de weeën in veel gevallen in deze fase nog niet zo heel krachtig zijn. Soms lukt het je bijvoorbeeld nog om tijdens de wee door te praten of te blijven doen waar je mee bezig was.
In de latente fase reageert je lijf vaak nog sterk op wat er om je heen gebeurd: er komt iemand binnen, de kinderen worden wakker.. dit kan maken dat je weeën (tijdelijk) wegzakken. Het kan in deze fase helpend zijn om een warme douche te nemen. Warmte helpt om te ontspannen: als het wél echt de bevalling is helpt ontspanning om meer oxytocine aan te maken wat een positief effect heeft op je weeën: ze worden krachtiger en bouwen op in duurt en frequentie). Als het voorweeën zijn, maakt de warmte en de ontspanning juist dat je weeën wat weg kunnen zakken. Als je weeën inderdaad wegzakken heb je niet je een kans om te bevallen gemist, maar je lichaam was dan gewoon nog niet toe om de weeën door te laten zetten tot aan de echte bevalling.
De fase die volgt op de voorbereidingsfase is de actieve fase. Je herkent deze fase doordat: de weeën in deze fase vaak 60 seconden of langer duren; je weeën regelmatig komen; je weeën krachtig zijn. Bij een eerste bevalling gaan we ervan uit dat je in de actieve fase zit als je een uur lang weeën hebt om de 3 minuten. Je wee duurt een minuut en vervolgens heb je 2-3 minuten pauze tot de volgende wee start. Bij een volgende bevalling gaan we ervan uit dat je in de actieve fase zit als je een uur lang weeën hebt om de 5 minuten. Je wee duurt een minuut en vervolgens heb je 4 minuten pauze tot de volgende wee start.
In de actieve fase gaat de baarmoedermond verder open. De ontsluiting gaat van ongeveer 3 centimeter naar volledige ontsluiting. Als het je eerste bevalling is, is de gemiddelde tijd die nodig is voor de ontsluiting 12 tot 14 uur. Bij een volgende bevalling gaat de ontsluiting meestal sneller. We zien dat met name de eerste 5 centimeter meer tijd kost. Vanaf 5 centimeter gaat het vaak sneller en gaan we er vanuit dat je per uur ongeveer een centimeter vooruit gaat. Onthoud dat alle tijden die we noemen een gemiddelde zijn, de bevalling kan bij jou sneller verlopen maar kan ook meer tijd nodig hebben. Tijdens de bevalling houden we in de gaten hoe het met de baby gaat, hoe het met jou gaat en of de bevalling vordert. Op die manier kunnen we tijdens de bevalling kijken wat er tijdens jouw bevalling nodig is en kunnen we, als bijvoorbeeld je ontsluiting meer tijd nodig heeft dan gedacht, op tijd een plan maken waarmee we zo goed mogelijk voor jou en de baby zorgen.
Het eindpunt qua uitsluiting is volledige ontsluiting. We spreken van volledige ontsluiting als er ongeveer 10 centimeter ontsluiting is en de baarmoedermond niet langer te voelen is tijdens een inwendig onderzoek. Stel je het verloop van de ontsluiting en de intensiteit van je weeën voor als een berg die je beklimmen: in het begin is de beklimming nog gemakkelijker, maar hoe dichter je bij de top komt hoe steiler de weg wordt. Oftewel: hoe verder je bevalling vordert, hoe pittiger je weeën worden. Maar ook: hoe dichterbij je komt bij de geboorte van jullie kindje en het einde van je bevalling! Dat je weeën pittiger worden komt ook doordat jelichaam niet alleen de ontsluiting creëert maar het kindje ook dieper je in bekken brengt. Dit noemen we het indalen van de baby. De weg die het kindje door het bekken heen aflegt is een beetje te vergelijken met een soort glijbaan met onderaan de glijbaan een bocht. Tijdens de actieve fase gaat het kindje de ‘glijbaan’ af. De bocht gaat het kindje door tijdens het persen, maar dat bespreken we in een ander filmpje. Dat het kindje indaalt voel je vaak zelf ook, doordat de pijn van de wee op een andere plek voelt of doordat je op een bepaalde plek veel druk voelt. Als een kindje indaalt voel je dit eerst in je onderrug en later bij je stuitje. Op het einde voel je het bij je billen en bij je kringspier, je kan -ook voordat je persdrang krijgt- al gevoel hebben dat je naar de WC moet voor ontlasting. Tijdens de ontsluitingsweeën kan die druk heel sterk zijn, maar kun je er nog doorheen zuchten. Bij persweeën wordt het gevoel te moeten poepen onhoudbaar en gaat je buik mee duwen. Wat persdrang is en hoe je dit herkent bespreken we in het filmpje over persdrang en persen.